zaterdag 12 juni 2010

I LOVE INDIA

Dag allemaal.
Waarschijnlijk zal dit mijn laatste blogberichtje worden vanuit India.
Onze stage zit er al efkes op en we zijn nu op reis. Voelt heel vreemd aan. Positief: de prachtige plekjes dat we ontdekken. Negatief: geen vaste plek om naar terug te keren, je de witte toerist voelen...
Een kort overzicht en hoogtepunten van wat we al bezocht hebben.
- Swayambuth. Buddha-tempel in Kathmandu. Het was de verjaardag van lord Buddha en daarvoor was de tempel versierd met 1000den kaarsjes, echt betoverend. Ook onze laatste avond in Kathmandu, een mooie afsluiter!
- Raften tussen de bergen, na iedere bocht moesten we een `waaauw` onderdrukken. Eerst een beetje bang, maar eens op de boot mocht het zelf nog wilder gaan voor mij!
- Trekking in het Annapurna gebied. Bergen van rond de 8000m gezien. Machtig! Zo hoog dat je het niet gelooft! 6 dagen lang zware staptochten gemaakt. De kietjes zagen af, maar heb er ongelooflijk van genoten.
- INDIA! Terug in India, woehoew. We waren nog maar net de grens over en ik voelde het: this is it. Hier ben ik mijn hart verloren. Chaotisch, luid, druk, vuil! Maar ook wijds, prachtig, mooie mensen, kleurrijk, ... Typisch is de haat-liefde verhouding die je voelt met dit land. Hatelijk om op een trein tussen een massa mannen geplet te zitten die hun handen niet kunnen thuishouden (we hebben er een paar moeten trakteren op kloppen en stampen), in het verkeer bijna omvergereden te worden, de vuiligheid langs de baan, straathonden en daarbijhorende stront, ... De liefde: de trein en het voorbijrijdende landschap, vrouwen in saries, de moto`s (vooral dan Honda Hero), de sjaaltjes/handdoeken dat de mannen zo nonchalant en toch zo sexy dragen, ... Ik zou nog pagina`s kunnen doorgaan.
- Varanasi. We zijn voor het moment in de heiligste stad van het Hindoeisme. Hier worden de lijken verbrand en in de Ganges uitgestrooid. Mensen nemen een ritueel bad in de rivier. In normaal water zitten er per liter 500 faecale bacterieen, in de Ganges 1.5 miljoen! Sommige mensen drinken van het water, respect!
- Wat nog moet komen: Mumbai, Hampi en misschien Goa.

Zo luitjes, ik sluit hier bijna af. De voorbije 5 maanden zijn onbeschrijfelijk geweest. Wat een ervaring! Ik kijk er nu toch wel al stilletjes naar uit om jullie allemaal terug te zien.
Tot heel gauw!!
Dikke zoenen

donderdag 20 mei 2010

nieuwe Nepal post

Namasté!

Een laatste stage-blogberichtje, binnen een week zit de stage er helemaal op en gaan we op reis.

Er is redelijk veel gebeurt ondertussen.

Bon, het laatste bericht was dus vanuit het ziekenhuis.

Op 1 mei begon er een staking van onbepaalde duur. De Maoisten wilden dat de eerste minister aftrad en gingen staken totdat er een regeling kon getroffen worden. Door de staking lag heel het land op zijn gat. Er reed geen verkeer, zowel publiek als prive, geen winkels open, geen bevoorrading voor de winkels en apothekers, waardoor er schaarste was en het voedsel was 5 dubbel de normale prijs. Redelijk zotjes allemaal. Wie toch probeerde zijn winkel open te houden of met de auto of moto wou rijden werd aanzien als een stakingsbreker en kreeg een hoop protestanten over zich heen. Enfin, we zaten met het plan om een workshop van onze organisatie bij te wonen, maar dat was op een uur of 5 van Kathmandu, dus konden we er niet geraken. De workshop zelf kon ook niet doorgaan omdat de organisatoren ook vast zaten... In tussentijd hebben we de nieuwsbrief van de organisatie verbeterd, dat was echt werkelijk een ramp. Het Engels trok op niets en de inhoud was al niet veel beter. Enfin, we hebben ons best gedaan en hun eerlijk onze kritiek gegeven. Met die nieuwsbrieven willen ze mensen bereiken om eventueel geld te krijgen, maar op die manier gaat dat zeker niet lukken...

Na 5 dagen waren we het beu om binnen te zitten, we besloten een wandeling te maken naar Pashipatinath, de belangrijkste Hindoe-tempel van Nepal, op zo’n 10 km van ons huis. Vol goeie moed trokken we onze topjes en korte broek aan, want de zon was aan het schijnen. Na een redelijk zware wandeltocht kwamen we aan. Wat we niet wisten, was dat Pashipatinath ook bekend staat als crematieplaats. Er lagen net 2 lichamen klaar om verbrand te worden, ze doen dat hier buiten. We konden dit allemaal aanschouwen! Een beetje gruwelijk, maar we waren te nieuwsgierig om niet te kijken. De verbranding vond plaatst aan de zijkant van een rivier, wij zaten aan de andere kant van de rivier. De rivier, ik zou het eerder stortplaats ofzo noemen, was zooooo gooooor! Zwart water, een dode hond die erin lag te rotten, vuilnis, de resten van de as van de crematie werden in het water gegooid, ... En tussen al die vuiligheid waren straatkinderen aan het tjoolen. In de rivier zelf, de gore ondergrond uithalen om te zien of er iets kostbaars tussen zat en naast de crematieplaats waren er gastjes van een jaar of 8 aan het roken. Echt een triestig zicht. Een lichaam die verbrand wordt, ongelooflijk vuil (zwart zelfs) water en dan een hoop straatkinderen die daar rondgingen.

Nu, na een paar uur begon het te gieten, echt niet normaal! En we moesten nog helemaal te voet naar huis, pfff. Zoals het hoort, hebben we een paraplu op de kop kunnen tikken, natuurlijk als het juist gestopt was met regenen...

Op de avond van 7 mei kwam het heuglijk nieuws dat de staking gedaan was, eindelijk, we waren het kotsbeu!

De dag erna zijn we iets gaan eten met Stijn (ook van postgraduaat die hier ook zijn stage doet in Nepal) en de dag erna vertrokken we naar Rasuwa district. We gingen daar de school bezoeken waar Debaki lesgeeft en de school waar de zus van Debaki lesgeeft. We logeerden bij de ouders van Debaki, 2 oude en superlieve mensen, die geen woord Engels konden, maar toch ging het om hen te verstaan. We verbleven echt in een supermooie omgeving, omringd met rijstplantages, papayabomen, mangobomen, buffels (die heerlijke melk produceren), bergen, een rivier, ... Alles wat je nodig hebt om een idilisch plaatje te schetsen. Vergeet ik nog bijna te zeggen dat er ’s avonds een prachtige sterrenhemel te zien was! We kregen heerlijk eten van de mama (we noemen haar Moedreeee), onder andere rijstpudding met stukjes verse kokosnoot, hmmmmmm, ik zou er een moord voor doen! We bezochten dus de school waar Debaki lesgeeft en dat gaf ons het inzicht dat we zoveel sjanse hebben om in Belgie naar school te mogen gaan! We moesten iets doen met de gasten van het 3e middelbaar en besloten om het liedje ‘if you’re happy and you know it...’ aan te leren. Heel belachelijk natuurlijk voor die gasten die al 10 jaar lang Engelse les krijgen, maar niets is minder waar. Ze verstonden de tekst echt niet, waren niet in staat om in het Engels te zeggen hoe ze noemden en wat hun favo les was. Het niveau lag heel erg laag! We hebben ook een paar Engelse lessen meegevolgd en verstonden hoe het kwam dat ze er niets van konden. Gastjes van het 3e leerjaar moesten een versje uit het leerboek luidop lezen, eerst wel een stuk of 10 keer samen, daarna allemaal eens alleen. Het probleem was dat ze er geen snars van verstonden en gewoon lazen wat er stond. De leraar heeft terloops eens vermeld wat de woorden betekenden, maar niet opgeschreven ofzo, echt marginaal! Ik besefte dat we lucky bastards zijn om in Belgie naar school te kunnen gaan! We leren tenminste iets!

Die avond moesten we gaan eten bij de broer van Debaki, en omdat we gasten waren had hij vlees klaargemaakt voor Ira en Johanna. Het was de eerste keer dat ik zo blij was dat ik vegetarier ben, het vlees bestond vooral uit vet en organen, bwekkes!! We zaten daar ook 2 uren, zonder dat er iemand tegen ons begon te praten, in het donker want de elektriek was ondertussen uitgevallen... Tss, gelukkig dat ik mijn 2 beste maatjes bij me heb. Ik ben zo gelukkig met die 2 rakkers! Zij maken mijn stage en verblijf hier perfect, zonder hen ging het echt nooit zo leuk en interessant zijn!

We hebben ook nog de school van de zus van Debaki bezocht (een wandeling of beter gezegd klim van 2uur en onderweg een topje van de Himalaya gezien, WAAAUW). Het was een van de eerste keren dat we ons echt goed voelden in Nepal!

Een paar dagen later namen we afscheid van de familie (we kregen tikka, een rode bol op ons hoofd, met als enig verschil dat die bol hier bestaat uit rijst, vre vul eigenlijk en we kregen ook nog drienkgeld van moedre J). We gingen op weg naar de start van de bekende Langtang trek. We namen een bus, aangezien die vol zat, vlogen we op het dak, vreee stoer eigenlijk! En een nog stoerdere tocht, langs kleine bergwegeltjes, torenhoge rotsen, overal bomen, ... Op de bus zaten er nog 2 westerlingen, Hailey en Sean uit Australie, leuke gasten. Na een klein uurtje werden er plots 3 kippenrennen op ons dak gezet. De rennen waren volgepropt met kippen, ze hingen ofwel met hun kop, poten of gat uit de kotjes, heel triestig om te zien. Een uurtje later viel het me op dat er een hoop bloed lag bij de kippen. We keken omhoog en zagen pure horor. De kop van een kip was er gewoon af! Gewoon af, dwz, een kip zonder kop, maar met een bloederig stompje. De kippen onder, naast en boven hem waren helemaal rood van het bloed, net zoals het kinderfietsje dat tegen de koten stond (we doopten hem als ‘the bloody bike’, letterlijk te nemen dus). Echt zo ongelooflijk goor! Maar eigenlijk ook wel heel veel gelachen, ook de Australiers kwamen niet meer bij. Het is nog steeds een raadsel waar de kop naartoe was en hoe het precies gebeurt is.

Na een heel speciaal tochtje van een uur of 4 in totaal kwamen we aan in het dorpje Thula Barko. Van daaruit gingen we de dag erop de eerste dag van de Langtangtrek doen. Het was de oude route, dus niet echt populair onder de toeristen. We stonden om 5u op om aan onze tocht te beginnen. Wat we op onze tocht zagen, dat is eigenlijk onbeschrijfelijk. Wilde apen, bamboe overal, lianen, rodendendron, watervalletjes, riviertjes maar bovenal: de Himalaya, en dit keer in volle glorie! Op een gegeven moment hadden we zicht op de Ganesh Himal (meer dan 7000m hoog!), de besneeuwde bergtoppen van Tibet en dan nog een enorm gebergte, dichter bij ons. Ik voelde me perfect gelukkig, de stilte van het bos, de prachtige uitzichten, mijn beste vrienden dicht bij me. Meer had ik op dit moment niet nodig! Ik zou nog zoveel kunnen schrijven over die wandeling, maar dat lukt me niet, het was echt onbeschrijfelijk!

Een dag of 2 later vertrokken we weer naar Kathmandu, het was de bedoeling dat we vanuit Kathmandu eindelijk die workshop gingen bijwonen. We moesten een bustocht van 9 uur overleven en kozen er terug voor om op het dak te zitten. We kregen terug prachtige uitzichten van die machtige bergketen, heerlijk!!

Terug in Kathmandu begon de miserie opnieuw. Ira had terug last van diarree. Ze was ‘s nachts plots misselijk en moest overgeven. Probleem: we moesten de volgende morgen om 4u opstaan om een bus naar de workshop te nemen. Ze hadden al een hele culturele dink in mekaar gestoken voor ons en konden het moeilijk laten om te gaan. We hebben beslist om ons op te splitsen. Johanna ging al naar daar, terwijl ik zorgde voor Ira en met haar naar de dokter ging. Bleek dat er ook een parasiet in haar buik zat. Ira moest opgenomen worden. Wat als gevolg had dat we niet meekonden naar de workshop. Op dit moment zit ik hier nu mijn blog te typen in de ziekenhuiskamer. We hebben wel de ‘deluxe’ kamer gekregen, dwz, een single room, een eigen westerse (!) wc, een tv en een ventilator, waauw, wat een luxe! Er staat nog een extra bedje, waar ik op slaap. Aangezien je als patient voor je eigen eten en medicijnen moet zorgen, kun je hier bijna niet zonder familie of vrienden (zie vorig blogbericht).

Natuurlijk wel echt stom dat Jo daar nu alleen zit, maar het viel wel redelijk mee liet ze al weten. Het is de eerste keer sinds de village experience in India dat we zo lang van mekaar gescheiden zijn en het valt niet mee. Echt heel raar, we vragen ons af hoe dat in Belgie zal zijn, dat zal nogal een gebleit worden! We mogen er nog niet teveel aan denken.

Voila, kga afsluiten, tis weer een veel langer bericht geworden dan eerst gedacht. Maar ik heb bijlange nog niet alles verteld!

Ben blij dat ik al eens heb kunnen vermelden dak mij hier toch al gelukkig heb gevoeld, toch is India nooit ver weg uit mijn gedachten, tis het land van mien ‘erte!

Hele dikke zoen mijn verre vriendjes en familie, ik verlang tegen ik jullie allemaal terug zie.


ps; nog geen post ontvangen, heel frustrerend, ik hoop dat het nog op tijd toekomt

donderdag 29 april 2010

Murphy in da house!

Blogbericht ziekenhuis

Wel wel, hier ben ik dan weer met een nieuw verhaaltje. Dit keer gaat het over een parasiet in een buik en een ziekenhuis...
Jawel, ik ben 3 dagen lang opgenomen geweest in een Nepalees ziekenhuis.
Het begon... toen ik na een dag of 6 lang diarree te hebben dacht om toch best eens een dokter te raadplegen. Ik moest een stoeltest doen, kaka in een miniscuul potje. Bij het zien van het potje kreeg ik direct opstopping die 2 dagen duurde. Ik voelde me niet goed, heel energieloos, ik kon bijna de trappen niet meer opgaan, en moest dan nog eens overgeven ook (jawel, de 2e keer in korte tijd, merci Nepal). Dan toch het potje kunnen gebruiken na weer diarree te hebben en naar de dokter geweest. Na de test bleek er dus een parasiet in mijn buik te wonen en had ik een infectie op mijn maag en darmen. Ik moest in het ziekenhuis blijven voor 3 dagen. De eerste keer in mijn leven trouwens, ben zelfs niet geboren in een ziekenhuis!
Enfin, het ziekenhuis dan. Misschien een kleine preview. De patienten krijgen geen eten, moeten daar zelf voor kijken. Je bent dus echt afhankelijk van familie of vrienden, ik heb het ongelooflijke geluk dat Johanna en Ira er voor mij zijn, altijd, ook als ik ziek aan een baxter hang. Ze hebben zelfs eens appelmoes met gebakken patatjes gekookt (in het huis waar we bleven en dan brachten ze het naar het ziekenhuis, die gelukkig maar op 10 minuutjes is)!
De kamers zijn niet voorzien van gordijntjes tussen de bedden, dus moest ik weer de hulp van mijn lieve assistenten inroepen als ik mij wou verkleden.
Geen wasmogelijkheden. De kamers zijn niet voorzien van een eigen toilet en douche ofzoiets. Er was wel een gemeenschappelijk toilet, vre goor. Ik kon daar enkel mijn gezicht eens aan het lavabootje wassen, als er al water was, want dat was ook af en toe een probleem.
Alle kamers, inclusief operatiekamer, dokterspraktijken, ... kijken uit op de gemeenschappelijke koer, je komt buiten de kamer op een balkon. Er zijn dus geen gangen. We zagen een vrouw die uit de operatiekamer gereden werd, over hobbelige stenen, buiten, door de regen, naar haar kamer... ZOT zijn ze hier.
Geen lift. Man op brancard moest naar 2e of 3e verdiep. Werd gedragen op trappen, waar af en toe zo’n draai in zit, nogmaals, ZOT!
Heb ook 2 kamers geprobeerd voor ik op de mijne terecht kwam. De eerste kamer: 4 mensen die waarschijnlijk uit operatie kwamen, want ze gingen allemaal aan biepende toestelletjes. 1 ervan had een geamputeerde voet... Bon, ik wou daar geen 3 dagen bijliggen, vroeg naar een andere kamer, liefst 1-persoons. Dat was niet mogelijk, dus op naar de andere kamer. Daar lag een oudere vrouw, ze lag ofwel te kreunen ofwel te slapen met haar tong uit haar mond. Wat mij uiteindelijk naar kamer nummer 3 bracht was het feit dat ze constant op de bedpan moest, en zoals eerder geschreven, er zijn geen gordijntjes tussen de bedden... En het geluid dat ze erbij produceerde was toch ook een beetje teveel van het goede (lees: luide protten). Kamer nummer 3 dan, die was wel ok. Ik lag samen met een jonge gast, die had kweetnie oeveel wonden door een gevecht, hij zit in een ‘gang’. Gelukkig gingen zijn homies niet de hele tijd rond hem heen. De mijne daarintegen!
Maar voor de rest: ik ben genezen, of toch zo goed als, nog wat antibiotica en dergelijke slikken en dan ben ik erdoor. En, ik heb ferm gelachen wi! Hoe hard kan Murphy aanwezig zijn? Hij woont gewoon in mijn buik!
Wat de stage betreft, nog geen grote vooruitzichten, maar door een gesprekje hebben we ons toch al iets duidelijker kunnen maken.
Normaal gingen we ergens eind deze week naar Newalparasi ofzoiets, maar doordat er hier stakingen zijn in heel het land (protesten op het feit dat de grondwet nog steeds niet gemaakt is), zal dit bezoek later gepland worden. We weten nog niet precies wat we kunnen doen, maar observeren en er rapporten of eventueel nieuwsbrieven over schrijven is een optie.
Voila, zoals ik had gewenst in mijn vorig blogbericht, toch een positiever einde!
Nog een maandje stage, dan komt Ellen en gaan we met ons 4 Nepal en het noorden van India gaan ontdekken! Nog een week of 9-10 en dan ben ik al thuis, amai, da gaat hier nogal een vaart!

Hele dikke zoen,
Febe

zondag 18 april 2010

Febe en Nepal, een moeilijke combinatie

Namaste!

Dit keer een update over mijn verblijf in Nepal.
Wat kan ik zeggen...
De laatste weken bij AREDS ben ik heel hard gegaan. Afscheid van mensen genomen, documentaire over de roadconstructie gemonteerd, Theo (een Franse student die een paar maand stage loopt in AREDS) leren kennen en dan ook weer veel te snel afscheid moeten van nemen, de laatste staffmeeting, me voorbereiden op Nepal, Justin uitzwaaien, ... Ondertussen ook slechte nachten wegens de ongelooflijke hitte. Ik sliep de laatste week buiten, maar dat was zelf ook nog te warm. Het enige voordeel dat we naar Nepal moesten was vanwege het klimaat...
India heeft me echt zoveel met me gedaan, het is maar eens dat je weg bent dat je beseft hoe goed je het had. Ik heb hier mooie lessen over mezelf geleerd. Ik heb het gevoel dat ik mezelf een beetje beter ken en apprecieer. Ik heb kunnen loslaten, meer relativeren en geen paniek als er eens een plan niet doorgaat. Genieten van kleine dingen en zien wat de dag brengt. Nooit te veel verlangen en genieten als je meer krijgt dan wat je had verwacht.
Het afscheid in AREDS was pijnlijk en mooi. Iedereen stond ons uit te zwaaien toen we weg reden. We hebben bijna heel de autorit van Karur naar Trichy geweend, het was echt onze familie die we achter lieten. Bij het vertrek van Brussel naar India was ik ook verdrietig, maar wist ik dat ik na 6 maanden zou terug zijn, nu weet ik niet wanneer ik ze terug zal zien. Toen Radja ons afzette aan het treinstation, hup, weer tranen, AREDS was nu echt weg. Dan een 8u durende treinrit naar Chennai, daar in de luchthaven een uur of 4 geslapen, nog eens geprofiteerd van een lekker all you can eat ontbijt en de lucht in, op weg naar Kathmandu.
Daar aangekomen, werden we opgewacht door Tillotam, onze nieuwe stagebegeleider en Devoki, zijn vrouw. We stelden al snel vast dat zijn Engels echt niet dat is, maar bon, we gingen wel zien hoe het ging gaan. Ik was echt versleten, doodop, stikkapot. Na avondeten moesten we al een planning maken, we zouden de dag erop al naar Rasuwa district gaan, waar Devoki les geeft. De ochtend erop werden we wakker, nog veel te moe. Alledrie gebleit, we misten India zo ongelooflijk hard en voelden ons hier echt nog niet op ons gemak. Rasuwa dan maar uitgesteld. Het was verkeerd van ons om te denken dat 2 stages direct na mekaar zomaar ging lukken. Natuurlijk niet, India zat nog veel te veel in ons. We hadden beter efkes een reisje gemaakt in Nepal, om het land wat te leren kennen en op ons gemak AREDS te verteren.
Een dag of 2 later werd er beslist dat we een week ofzo naar Rolpa zouden gaan, das een district in Nepal waar de Maoistische aanslagen begonnen zijn, het district is hard getroffen en veel mensen zijn daar gestorven. We gingen met de bus, voor een rit van 20u! Das echt een beetje te zot, ik leg even uit hoe het er in de bus aan toe ging. Het middenpad stond vol met vaten gevuld met olie, de bus was overvol, we hadden gelukkig zitjes maar die hadden echt geen beenruimte, de stoel voor je duwde constant tegen mijn knieen. De weg was superstoffig, we moesten een mondmasker dragen want ja, de deur van de bus stond heel de tijd open, omdat er mensen half uit de deur gingen wegens te weinig plaats. Er speelde heel de nacht, maar dan ook heel de nacht luide Nepali muziek, dat wil zeggen, schelle fluiten en nog schellere vrouwen die zingen.... Dan de baantjes waarop die bus reed, haarspeldbochten waar hij soms vooruit en achteruit moest manuvreren om erdoor te geraken. De mensen in de bus zelf waren ook niet zo aangenaam, heel de tijd roepen en tieren en af en toe een galje leggen. Soms stopte de bus zo voor een uur of langer, we wisten niet waarom. Enfin, je kunt je wel inbeelden dat ik geen oog heb dichtgedaan die nacht. Heel frusturerend! Positieve noot: het uitzicht was echt schitterend, de bergen, waauw echt magnifiek!
Toen we in Rolpa toekwamen sliepen we een paar uur en daarna moesten we al iemand ontmoeten om een gesprek te hebben over kinderrechten. Wegens te moe had ik daar geen zin in, uiteindelijk was het wel nog een ok gast en hebben we een leuk gesprek gehad.
De dag erna gingen we de school bezoeken, die lag op 3 uur van het stadje waar wij verbleven en we gingen er te voet naar toe. Dat wil zeggen, een klim over bergen van ongeveer 4000 meter, met prachtige uitzichten. Zo~n gigantische bergen heb ik nog nooit gezien, en we zaten nog eens niet in het Himalaya gebied!
Op voorhand hadden we tegen Tillotam gezegd dat we ons kinderproject nog niet wilden doen op de school, we waren nog niet voorbereid en er nog niet klaar voor. Op het einde van de dag in de school vroeg hij ons: hoe laat moeten de kinderen morgen komen om het project van jullie te doen? Blijkbaar waren er al kinderen uitgekozen, zonder ons weten. We konden niet meer weigeren, en met heel weinig goesting hebben we de dag erop ons project gedaan. Weer een slechte nacht gehad, mijn moeheid begon echt zijn tol te eisen. Ik was lusteloos, had in niets geen zin. Het project liep echt niet zoals we wilden, dat was te denken natuurlijk, we hadden ons niet kunnen voorbereiden en de kinderen zijn hier helemaal anders dan in India, veel meer verlegen en gesloten. Ondertussen ergerde ik me al heel hard aan Tillotam. Het is zo moeilijk om niet te kunnen communiceren met je eigen stagebegeleider. Hij verstaat ons niet, en wij hem niet. We zijn de eerste stagaires die komen bij hem voor zo~n lange periode en de eerste uit Europa. Hij is daar duidelijk nog niet klaar voor.
Enfin, na ons niet geslaagd project gingen we terug, de bergen over, nog steeds kwaad en hondsmoe, maar enorm genoten van de wandeling. Het bracht me rust.
De dag erop, hup weer om 5u30 op, een bus van ongeveer 3 uur genomen, baantjes waar je echt uit je stoel van de bus gesmeten wordt doordat het zo hobbelig is. We moesten terug een school bezoeken, er was daar een of ander cultureel programma, die we gemist hebben omdat de bus vertraging had. Bijna moesten we heel de dag in die school blijven, maar dit hebben we geweigerd. Ons plan was al zoveel verandert dat we het kotsbeu waren. Onder lichte dwang van ons heeft Tillotam hem er dan uitgepraat. Weer moesten we een bus op, dit keer voor een uur of 7. We gingen naar het stadje Budwal, waaruit we de dag erop zouden naar Lumbini gaan (de geboorteplaats van Buddha). We kregen de kans om tot 8u te slapen, eindelijk, want ik was ondertussen echt gecrasht. Was het niet dat ze in het hotel beslisten om tegen 6u in de ochtend de vloer uit te breken onder ons. Murphy was in the house wi! Ik heb echt geweend van vermoeidheid, ik heb me nooit meer moe gevoeld dan die keer. We moesten dan weer met de bus (die ik ondertussen uit de grond van mijn hart begon te haten) naar Lumbini. Ik was een zombie en heb niet echt kunnen genieten van ons toeristisch uitje. Wel prachtige Boedhistische tempels gezien, maar ik kon amper mijn ogen openhouden.
Tegen 17u moesten we dan weer de bus op, dit keer eindelijk terug naar Kathmandu. Het was teveel geweest. We voelden ons nog niet thuis hier in dit land en we werden naar veel te veel meegesleurd. Tillotam wou nog dat we onderweg zijn ouders ontmoetten en daar een dag bleven, maar ook dit hebben we vriedelijk geweigerd. Echt, het was genoeg geweest, we wilden in ons kamertje alleen zijn, niemand rond ons heen die zei dat we dit of dat moesten doen. De busrit duurde ongeveer 10u, 10u in hel! De moeheid was ondertussen al fysiek in mijn lichaam toegetreden. Mijn darmen lagen overhoop en midden in de nacht heb ik uit het rijdende busje moeten overgeven. Gow, twas dus verre van aangenaam.
In Kathmandu aangekomen, heb ik me in mijn bed gesmeten en voor de rest van de dag er niet meer uit gekomen. Ik voelde me miserabel, zowel mentaal als fysiek.
Nu is het plan om hier een dag of 8 op ons gemak te zijn, niets te moeten doen, gewoon wat rapporten voor school schrijven en Kathmandu ontdekken. Dat hebben Ira en ik gisterenavond al gedaan. We gingen met onze vuile was op zoek naar een laundry service en die lag nu toevallig in Thamel, het toeristische deel van Kathmandu. Enja, als we daar waren konden we evengoed een gaan drinken, want het was toevallig zaterdagavond en ik wist toevallig dat er in een cafeetje op zaterdag reggaemuziek gedraaid werd. Daar hebben we voor de eerste keer in ongeveer 3 maanden dus op cafe geweest. We hebben er enorm van genoten, ik zit met een lichte kater nu, maar dat kan me werkelijk geen reet schelen, beter zelfs, meer van dat!
Voila, hierbij dus een update. Ik kan zeggen dat ik me hier nog steeds niet thuisvoel, maar denk dat dit wel zal beteren. Gewoon een beetje op ons gemak hier zijn zal ons zoveel deugd doen!
Wat Tillotam betreft, tsja, het zal mijne beste maat nooit worden. Hij behandelt ons echt als kleine kinderen, denkt dat we constant een babysit nodig hebben en dat we constant bediend willen worden, HOEFT NIET! We zijn volwassen en zouden graag een beetje zelfstandigheid krijgen. Hij bedoelt het wel allemaal goed en is gewoon bezorgd, maar het gaat zo niet. Ik wil zelf beslissen hoeveel rijst ik wil eten (liefst vanal geen meer want ik ben het zo beu), wanneer ik thee wil drinken, wanneer we ons project willen doen, ... Volgende week zijn we hier alleen, ze gaan voor een conferentie naar Bangladesh en ze hadden al direct iemand gevraagd om voor ons te koken. We willen dit echt zelf doen, voor 1 keer! Zelf beslissen wat we zullen eten en wanneer. Ik hoop dat we dit nog duidelijk kunnen maken, we hebben echt geen babysit nodig!
Ik wou toch ook nog een kwijt dat we echt door kiesakken omringd worden, Nepalezen rochelen en spugen constant. De toiletten zijn ook echt niet aangenaam, alleen maar Franse zonder deftig doorspoelsysteem, met als gevolg dat je constant op iemand anders zijn stront zit te kijken. Ik moet me mentaal voorbereiden als ik eens naar het toilet moet.
Ik weet dat ik me niet teveel mag laten meeslepen door negatieve gevoelens, maar soms gaat het niet anders. Ik hoop dat het snel beter wordt, ik ga allesinds mijn best doen. Hopelijk kan ik het volgend blogbericht met een iets positiever eind afsluiten.

Een hele dikke zoen aan iedereen
Febe

vrijdag 9 april 2010

Febe in Nepal

nam aste
Jawadde dadde, ik zit hier nu in Nepal. Het voelt raar, deed veel pijn om a f scheid te n em en van AREDS. Je weet m aar hoe goed je h et heb t als je er n iet m eer bent...

Het doet raar om hier te zijn, h et voelt n og niet als thuis a an, maar da t zal wel komen.
Morgen alweer een trip, n aar Rolpa, bergen , her e we come! Wel 20u op een bu s en een staptocht van een a antal u ur. Na ons avontuur post ik een n ieuw blogbe ri cht, m et een b eetje meer info.
Voor de mensen die gra ar een briefje of pakketje sturen, hier mijn nieuw adres;
JC YNCN
Feb e Dexceuninck
G.P.O. box- 14341
Kath man du
Nepal
Je kunt me bereiken op 0977 85 6 8 8 5 8
Voila, tot een volgen d bericht

ps; zit in intern et cafe en spatieb alk is kapot..

dikke zoen

maandag 15 maart 2010




Collega`s neuspiercingdragers
Vrouwtjes op stap voor de international womensday

Muchas love from marina beach, chennai

Kapalaweeshartempel in Chennai

Weekendje Kanyakumari met Fien, op achtergrond India`s statue of liberty (een of andere poeet)
------------------------------------------------------------------------------------------------
Elk’s zn goendag!

We zijn nog exact 20 dagen in AREDS! Hoe dichter Nepal komt, hoe minder we er eigenlijk naar uitkijken. We voelen ons hier nu echt helemaal thuis, deel van de familie van AREDS. De voorbije dagen zijn we bezig geweest met de Internationale vrouwendag en de voorbereiding ervan. Er werden ongeveer 3000 kapjes gemaakt en we mochten een tekening uitvinden om op de kapjes te zetten. We kozen voor een rode ster. We deden eerst de uitlijning en daarna werd iedere ster ingekleurd, daarmee hielpen mensen van Swate en van het cultural team. De 8ste , de internationale vrouwendag zelf, was het de bedoeling van een optocht te hebben van alle leden van Swate, uiteindelijk kwamen er 5000 vrouwen, echt ongelooflijk. Als ik dan hoorde dat er in België maar 4000 mensen waren, over heel België dan nog wel. Tuurlijk is het niet te vergelijken, maar ik heb toch het gevoel dat deze dag hier meer leeft dan in België.
Tijdens de optocht werden we zo goed begeleid door de staff van AREDS, echt zalig. Ook het Cultural team was er weer en we hebben echt het gevoel dat we hier nieuwe vrienden aan het maken zijn. Ook al is de communicatie niet echt denderend, toch kunnen we samen praten, lachen, en ja af en toe eens zingen...
De staff ziet ons ook al niet meer als de witte studentjes die nog maar pas in India zijn en die nog niet aangepast zijn, maar als deel van de groep. We krijgen geen voorkeursbehandeling meer, en dat vind ik super! We worden eindelijk normaal behandeld!
Daarom is het zo lastig om hier weg te moeten gaan. Als ik eraan denk krijg ik zelfs al tranen in mijn ogen. Christy is zoooo lief en bezorgd en begripvol en alles wat je maar van positieve termen kan bedenken. Net nu we ons hier op ons best voelen, moeten we hen verlaten.
Hah, we zijn trouwens nog meer deel van de familie geworden omdat we onze neus hebben gepierced. Bijna iedere Indische vrouw heeft een (sommige zelfs 2) neuspiercing. Het was een impulsieve beslissing, gewoon: moh zeg, moesten we nu ook eens een piercing steken? Enja, zo gezegd zo gedaan. We hebben niet bij de pakken blijven zitten, we zijn een paar dagen na onze beslissing een neuspiercing gaan kopen en 2 dagen later kwam de piercing-man. Een piercing zetten is hier echt een speciale gelegenheid. Normaal zit je op de schoot van je nonkel aan je moederskant en is heel de familie aanwezig. Maar wij hadden ook een paar mensen uitgenodigt, Gauri, Arivu, Ambika, Sakti en Lala en de familie waar we bij logeerden in het dorp. Natuurlijk waren Christi en Samy er ook bij. Christi hield ons hoofd vast terwijl de piercer de naald door onze neus stak. We zaten op de grond, allemaal in een sarie die we van Christy mochten gebruiken. Ik was als eerste aan de beurt, ik zat er eigenlijk wel erg mee in, ik was bang voor de pijn. Ira en Johanna zaten naast me en hielden mijn hand vast. Ik heb hun hand bijna platgeknepen en kon het niet laten om te roepen van de pijn. Het was geen pretje, maar ben echt blij dat ik hem gezet heb. Ik vind dat hij me goed staat. Ira en Johanna maakten minder lawaai, maar hadden ook wel pijn. Ook zij staan er echt mooi mee. Hier is het zo’n vanzelfsprekendheid om een neuspiercing te hebben, ik vraag mij af hoe jullie zullen reageren.
Terwijl ik dit schrijf, hebben we alweer een weekend achter de rug. We zijn naar Kanyakumari geweest, dat is het uiterste zuiden van India, waar 3 zeeen elkaar ontmoeten, de Indische oceaan, de Golf van Bengalen en de Arabische zee. We hadden daar afgesproken met Fien (klasgenoot uit het Postgraduaat die stage loopt in Kerala). We ontmoetten mekaar in een hotel, een kamer voor 4, bestaande uit 1 megagroot bed, machtig! Het is een klein kuststadje, met een tempel, een memorial voor Ghandi, de zee uiteraard, vissersbootjes, ...
Dag 1 van ons weekendje hebben we wat het dorpje verkent, het was weer een ander soort India die we gezien hebben. Door de vele toeristen en de typische zee-sfeer en souveniershopjes deed het mij af en toe denken aan een kustdorpje in de Camarge, Frankrijk. We gingen met een ferryboot over de wilde zee naar een memorial voor een of andere Indische denker, er was een meditatiezone waar we ook binnen zijn geweest, een donkere ruimte, met centraal het teken van het Hindoeisme en een stem die heel de tijd zoemde. Ik werd er wel rustig van. We maakten de zonsondergang mee op een strandje, echt mooi! Na de zonsondergang zijn we nog naar een grote Hindoe-tempel geweest. Er ging een speciale sfeer, net zoals dat eigenlijk in alle tempels is en het was wel de moeite.
De 2e dag stonden we express vroeg op (5u30!, en dat noemen ze dan vakantie ;)) om de zonsopgang te zien. Met het prut nog in onze ogen aanschouwden we de zon die in al zijn glorie opstond. Jammer genoeg wat bewolkt, maar toch een prachtig zicht, echt genieten! Daarna zijn we met een riksja naar een afgelegen strandje geweest, een paar km verder. Waauw, wat we daar zagen kan ik moeilijk omschrijven, torenhoge golven die kletsten tegen rotsen, woeste zee die qua geluid ons deed denken aan donder, zoo ongelooflijk mooi. Het zand zelf was wel minder mooi, het lag bezaaid met zwarte olieplekken, die zijn er gekomen door de tsunami. Een raar gevoel om je in te beelden dat die vloedgolf hier gepasseerd is. We zagen veel nieuwe huisjes, die er gebouwd zijn na de tsunami. Ik kreeg een dubbel gevoel, de prachtige natuur die tegelijk zo verwoestend kan zijn...
Later die dag zijn we met de bus naar een ander plaatsje geweest om een houten paleis te zien. Ook de moeite, goed onderhouden enal, iets wat je hier niet veel vindt!
Na het avondeten was het alweer tijd om afscheid te nemen, het was een rustgevend en superleuk weekendje, waar ik echt nood aan had. Het is zo fijn om af en toe eens de toerist uit te hangen en gewoon lekker lui eens te genieten van de natuur.
Deze week gaan we nog naar de Playway school en proberen we daar een project voor school uit te werken, benieuwd wat dat zal geven!
De zomer is hier trouwens begonnen en het is hier echt zwaar puffen en zweten! Tegen de middag kan het zo`n 40 graden worden, jawadde dadde, mijn teer huidje ziet af, maar dankzij mijn zonnecreme van factor 50+ (!) ben ik echt nog niet zoveel verbrand geweest.

Alle, ik hoop dat de zon Belgie ondertussen ook al wat bereikt heeft!

Doei!

zaterdag 27 februari 2010

Drukdrukdruk!!

We beginnen steeds meer gewend te komen aan het Indisch leven. De manier van werken, het eten, de communicatie, ... De voorbije weken hebben we erg veel met de fiets op stap geweest. We komen al mensen tegen die we kennen, precies of we zijn hier echt al locals. Fantastisch! Als we naar Karur gaan, vinden we er al gemakkelijk onze weg, herkennen we de verkopers in de supermarkt, gaan we naar de sweetshop en kunnen duidelijk communiceren over welke snoepjes en koekjes we willen en hoeveel. Echt super, ik begin mij meer en meer thuis te voelen. Het gemis naar huis wordt iets kleiner. Ik mis natuurlijk mijn familie en vrienden, maar begin me hier op mijn gemak te voelen. Ik moet er wel steeds rekening mee houden dat we geen plannen kunnen maken, omdat je nooit zeker weet of iets kan doorgaan. Al is het maar iets simpel als naar de post gaan. Je moet er rekening mee houden dat het gesloten is omdat er een Hindoe-feestdag is, of dat ze hun lunchpauze op verschillende momenten nemen, of dat ze gewoon vroeger sluiten dan normaal. Het is lastig dat je constant moet denken: maybe today maybe tomorrow...
We hebben ook iets voor met ons visum. De regel vroeger was: als je visum verlopen was, ging je even naar het buitenland, vraag je daar een nieuw visum aan en kom je terug naar India. Nu dus niet meer. Als je een nieuw visum wilt aanvragen, moet je 2 maanden wachten om India terug binnen te gaan. Groot probleem voor ons natuurlijk. We waren van plan ons visum te verlengen in Sri Lanka en er een weekje vakantie van te maken. Nu moeten we onze plannen helemaal veranderen. We kiezen ervoor om 2 maanden naar Nepal te gaan, daar onze stage verder te zetten bij een partnerorganisatie van AREDS en begin juni terug naar India te keren, om nog wat te reizen en dan onze vlucht in Mumbai terug te nemen. Dat wil dus zeggen dat we eind maart AREDS moeten verlaten en onze stage er hier opzit. Nogal een teleurstelling uiteraard. Nu moeten we heel onze stage herplannen, al denken aan afscheid nemen, ... Net nu we ons hier thuis beginnen te voelen... Eind maart, begin arpil vertrekken we dus naar Nepal. Enfin, we zien ook de voordelen hoor, een nieuwe organisatie leren kennen, een nieuw land, een nieuwe cultuur, nieuwe mensen, de Himalaya begot!! Bon, we hebben van onze teleurstelling al overwonnen en zien dit gewoon als een nieuw project.
Vorige weken allesinds druk bezig geweest, we hebben geen tijd verspild!
We hebben weer een weekend bij ACTS doorgebracht. Heb ik trouwens al verteld dat ze daar een zwembad hebben voor de kinderen? En dat het hem eigenlijk gaat om het samen zijn van de kinderen zonder rekeing te moeten houden met kaste, gender, dorp, religie, ...
Enfin, we hebben veel gefilmd en proberen daar misschien een klein reportageke van te maken. De zaterdag heb ik wel niet meegedaan met ACTS, ik ben met Christy meegeweest naar een demonstratie, een rally zoals ze het hier noemen. Het is een groep mensen die voor vele dagen op stap zijn om een specifiek probleem aan te kaarten en hun eisen te stellen. Deze mars was ivm Christelijke Dalits. Dat zijn Dalits (kastelozen dus), die omwille van hun kaste (een ‘uitvinding’ van het Hidoeisme) hun religie veranderen, bijvoorbeeld dus het christendom. Maar zelfs dan vallen ze nog uit de boot wat rechten betreft. Daarom deze mars dus. Na 2 uur rijden, langs de autosnelweg waar ik een gekantelde truck (waar nog iemand inzat, heb zijn conditie gelukkig niet gezien) en een autobus die de middenberm had geraakt (waar gelukkig geen mensen meer inzaten) tegenkwam waren we er. Ze waren pas begonnen met stappen, ze beginnen maar tegen de vooravond, voor de warmte en ze waren met ongeveer 40 man. Met trommels, dans en veel ambiance waren ze op weg naar het eerste dorp op hun weg. Ikzelf, Christy, en 5 andere vrouwen (Leila, Eliarasi, Sheila en de rest van de namen ben ik vergeten) van Swate en Womens Front vergezelden haar. Het was leuk, maar ik vond dat er wel weinig mensen waren. Dat veranderde snel, eens we in het dorp waren, hielden we een korte pauze, met fruitsap (niet echt te vertrouwen, maar heb het toch opgedronken, gelukkig zonder neveneffecten) en koekjes (van het merk Marie Light, onze favo koekjes hier). Natuurlijk kreeg ik weer heel het dorp over me heen, 1000 maal moeten de vraag beantwoorden: what is your name, babies moeten vasthouden, foto’s moeten maken van mensen, mijn naam moeten opschrijven, ... Enfin, de gebruikelijke shit eigenlijk... Ik baal er echt van, maar probeer toch telkens mijn grootste glimlach te tonen. Ook omdat ik weet: deze mensen hebben waarschijnlijk nog nooit een witte bezoeker gehad in hun dorp, natuurlijk is dat speciaal en ze willen eigenlijk gewoon maar een beetje aandacht van die speciale bezoeker... Bon, na deze korte pauze gingen we verder en tot mijn verbazing gingen al de mensen van het dorp mee. We waren nu ongeveer met een 100tal mensen al, allright! Dorp nummer 2 kwam in zicht, ook daar weer de hele reutemeteut, naam zeggen, handjes schudden, water drinken die echt een raar bijsmaakje had, foto’s nemen, ... Ook dorp nummer 2 ging mee met ons stappen, dat maakte al zeker een totaal van 250 man! In het volgend dorp was er nog een speech van een aantal bisschoppen, was de pers aanwezig, had die pers het ook op mij gemunt. Maar Christy zei dat dat eigenlijk geen slechte zaak was, zo zien ze dat er internationale belangstelling uitgaat naar het onderwerp en zou het misschien sneller kunnen aangepakt worden. Bon, wit zijn heeft dan toch nog zijn positief aspect. Na dorp nummer 3 moesten we per 2 beginnen lopen, want we volgden een drukke weg en het was spits. Mijn maatje was Eliarasi, ze was enorm lief en bezorgd, nam constant mijn hand en als ik ergens even bleef staan om een foto te nemen, keek ze in paniek rond om te zien waar ik was. Toen ik een Tamil conversatie probeerde aan te gaan met haar (epidi urikinge? Hoe gaat het? Nala irke! Het gaat goed!) moest ze heel erg lachen en trok ze me zelf tegen haar gilet, gowja, sari. Heel erg leuk. Ik voelde me geapprecieerd en deel van de groep. Toen we Didigul bereikten, een stad ongeveer de grote van Karur, helemaal omringd door bergen, een prachtige omgeving, was de groep al zeker groter dan 500 man, echt de max! Zeker omdat je begint met maar 40 man en als je dat ziet groeien, ik kreeg er echt energie en adrinaline van, neem er nog het ritmisch getrommel en lachende gezichten bij en je kunt je inbeelden hoe ik me voelde. In Didigul kregen we sjaals en was er een speech, ook Christy kon er eventjes haar steun betuigen op het podium. Tegen het allemaal gedaan was, was het al 21u. Daarna nog een uur rijden, dan gingen we iets eten bij de familie van een van de vrouwen die meewas. Echt superlieve mensen. Ze hadden een fotostudio, en natuurlijk moesten we allemaal eens op de foto, alle mogelijke combinaties werden gemaakt: de hele familie en ons, Christy en Sheila, Christy en ik, de zoon, Christy en ik, ... dan nog eentje van mij alleen. Ze hebben me op het hart gedrukt dat ik zeker in hun etalageke zou komen te staan, allright! Ik zag er zo doodsmoe uit, blinkend van het zweet, mijn voeten en benen vuil van het zand van de tocht, okselvijvers, ... Ik vrees dat hij niet veel succes zal oogsten met het blanke meisje in zijn kastje... Enfin, heel grappig allemaal. Op de terugweg naar huis moesten de vrouwen zo hard lachen met het feit dat er echt wel 200 kinderen mijn naam vroegen. Sheila vertelde dat ze soms zelfs in mijn plaats antwoorde, om de kinderen zo vlug mogelijk weg te sturen en me wat rust te gunnen. Dus die rally was echt wel geslaagd, ik voel ook dat dit echt mijn ding is.
Wat minder mijn ding was, was de culturele activiteit dat we gedaan hebben. We leerden enkele typisch Indische danspasjes. In het begin deden we enkel wat pasjes met onze voeten, ok dacht ik, dit kan ik aan. Totdat we vlaggetjes in onze handen moesten nemen en de beweging met onze voeten moesten combineren met een hele beweging met die vlaggetjes. Ik kon de voet- en handbeweging apart, maar combineren was er te veel aan. Ik sloeg alles door mekaar, deed de beweging die ik met mijn voeten moest doen met mijn handen en omgekeerd. Pff, dit vond ik niet leuk meer. Na veel afzien en frustratie kwamen de drums. Allright dacht ik, dat kan ik waarschijnlijk wel. Het ritme drummen lukte me, maar ik begon serieus te zweten toen ze ons uitlegden dat we tijdens het drummen ook nog moesten dansen. Weer voetbewegingen maken, wat me wel lukte, maar de combinatie van drummen en je voeten juist zetten, en dan nog eens rekening moeten houden met je kijkrichting, opletten met welke voet je eerst moet beginnen, ... Nee, dat ging echt niet. Johanna en Ira slaagden er wonderwel in om dit te doen. Ik voelde me de loser van de bende, had er echt geen zin meer in en wou er gewoon mee stoppen. Ik was zodanig gefrustreerd dat ik mij moest inhouden om niet te wenen. Eindelijk was die veel te lange dag gedaan. Maar de dag erop moesten we weer gaan. Ik heb er serieus zitten over denken om op te geven en niet terug te gaan, want ik deed dit echt niet graag. Enfin, ik heb op mijn tanden gebeten, mezelf moed ingesproken en tegen mezelf gezegd:kèrel, maak je niet druk, tis maar een onnozel dansje, geen examen ofzo, doe gewoon je ding en als het niet lukt maak er dan je eigen interpretatie van. Zogezegd zo gedaan. Het lukte me nog steeds niet, maar heb gewoon op mijn eigen tempo wat meegedaan, als ik de drums niet kon combineren met het dansje, dan drumde ik gewoon niet mee, of deed ik alsof. Toen viel het wel nog mee. De dag erna, was er nog een dansdag, jawel, 3 dagen na mekaar... We moesten op het einde van die dag een voorstelling geven aan onze trainers, oh my god! Maar ook dan dacht ik: pff, tis niet op punten, en als ik mis, who cares? Dus deden we gewoon onze voorstelling, ik ging af en toe zwaar de mist in, maar heb gelachen en voelde me goed.
De trainers waren trouwens toffe gasten, allemaal rond onze leeftijd, met het verschil dat de meesten al getrouwd waren en 1 of meerdere kinderen hadden. We leerden mekaar tamil en nederlands, deden een wedstrijd om ter eerst de paal omhoog klimmen, leerden een tamil liedje en een engels liedje. Het was een fijne bende. Ergens midden maart gaan we terug om nieuwe dansjes te leren, pfff, enfin, ik zal mezelf wel weer oppeppen en moed inspreken en dan moet het wel lukken denk ik. Als de leden van het cultureel team een performance in het dorp doen, zullen we waarschijnlijk moeten meedoen. Ik vrees dat ik daarvoor zal passen en denk stiekem dat ze dit niet erg zullen vinden. Achja, das nog een eindje, we zien wel.

Terwijl ik mijn blogbericht verder schrijf, is er alweer een weekend voorbij. We zijn 3 dagen naar Chennai geweest, ja, dat betekende weer maar eens 9 uur op de trein. De reden van ons tripje was een simenarie over `social entrepreneurship`, sociaal ondernemen dus. Onze stagebegeleider moest er een lezing geven, vandaar. Na een lange slapeloze nacht (dankzij een gezin met veel te veel kinderen die constant het licht aanstaken,...) gingen we naar onze overnachtingsplaats. Het was pas 5u30, dus deden we nog een tukje. Toen gingen we op stap, naar een soort kruidvat, naar een internetcafe, waar we weer foto`s hebben gepost, te zien via de link in vorig blogbericht (of eventueel op facebook als fauke al tijd zou gehad hebben om ze te posten), en een koffiedingske waar we ontbeten. We hadden de tip gekregen om naar de `Big Banjan Tree` te gaan. Hup, de riksja in en ernaartoe. Toen we daar aankwamen leek het park gesloten over de middag. We hadden onderweg wat eten gekocht met de bedoeling om te gaan picknicken in het park bij die boom. Niet dus, wel hadden we geluk dat er niet ver van het park nog een soort parkje was (eigenlijk was het een rondpunt met wat struikjes en gras). Daar genoten van onze heerlijke picknick (knakebrod!) en tegen 14u konden we de boom gaan bekijken. We genoten van het park, de stilte temidden van de lawaaierige, vervuilde, chaotische stad. Toen we de big Banjan tree zagen, waren we verbaasd van de omvang. Het was echt machtig om te zien. Maar bleek dat we bij de little banjan stonden... Er was dus nog een grotere. Die was wel een beetje een teleurstelling. Een banjantree is een boom waaruit er lianen groeien en als die de grond raken, maken ze daarin wortels en ontstaat er dus precies een nieuwe boom. Zo was het dus met die boom, overal kleine stammen precies, maar die waren wel afkomstig van 1 grote stam. Het was een beetje een raar zicht, niet echt te snappen dat dit 1 boom was. Daarna bezochten we een hindoetempel, de Kapaleeswarar. Echt sjiek, overal gekleurde beelden van hindoegoden, 100den gelovigen, ook een paar toeristen. Echt de moeite. Die tempel is echt een kunstwerk! We hebben ook onze handen laten beschilderen met henna, echt cool.
Die dag niets meer speciaal gedaan buiten wat geshopt.
De dag erop gingen we naar het seminarie in de Madras School of Social Work. In het begin was het wel interessant, na een tijdje een beetje vervelend. We hoorden dat we het geld van ons treinticket terug konden krijgen als we meededen in de quiz die erop volgde. Vol goeie moed schreven we ons in, niet goed weten wat te verwachten. Tot ons afgrijzen deden er maar 5 groepjes mee en was de rest van het seminarie publiek. OMG, dat hadden we niet verwacht, we gingen daar afgaan als een gieter, met 100den ooggetuigen... Uiteindelijk viel het heel goed mee. De vragen waren supermoeilijk, over BI`s (bekende Indiers), Indische bedrijven en wetten en zo van die dingen. We hadden 1 vraag juist, over hoeveel Indiers de nobelprijs hadden gewonnen. We wisten allesinds al 1 en toen we die naam zeiden (Amatria Sen trouwens), was het juist, er was blijkbaar maar 1 iemand die de prijs gewonnen had. Allright! De andere quizers waren echte losers, 2 groepjes hadden geen enkele vraag juist, 1 groepje 1 vraag (maar die stond op minder punten, gnagna) en dan was er nog een groepje die 2 vragen juist hadden. Daarmee kwamen wij gewoonweg op de 2e plaats! Jawaddedadde! We waren stief preus wi.
Na het seminarie zijn we nog naar de st. Thom cathedral geweest, kort binnen en buiten en hebben we nog Marinabeach bezocht. Zalig, dit keer geen mensenmassa, het was al donker en de volle maan scheen over het water van de Bengaalse golf, heerlijk! Toen besloten we onze dag perfect af te sluiten met nog eens naar de zara te gaan. Njammie. We waren doodop toen we terug in ons kamertje terugwaren.
Dag 3 in Chennai, in de voormiddag was het nog het seminarie. Redelijk saai. Daarna naar Fort St George gegaan. Stond bovenaan de activiteiten in de Lonely planet, dus dat ging wel de moeite waard zijn dachten we. NOT! Het Fort bestond al niet meer, enkel de buitenmuren, gewoon beton dus. Wel een museum, maar daarvoor pasten we. Dan maar naar George Town, het oude Chennai. Drukke piepsmalle straatjes, met in iedere straat een ander product te koop. In de ene straat allemaal werktools, een andere allemaal sanitair, nog een andere allemaal papierwaren. Leuk, maar niet langer dan een uur of 2, want je hoofd ontploft er van de drukte, het lawaai, ...
Daarna onze dag beindigd in spencer plaza, een vruchtendrankje gedronken, naar ons hotelletje geweest om ons gerief op te halen, een lekker en goedkoop restaurantje gedaan en terug de trein op. Wonderwel hebben we goed geslapen, dankzij de deftige companie die het licht aandeed enkel wanneer nodig en het niet gans de nacht liet branden.
Tegen 7u werden we opgehaald door Radja, de chauffeur. In het terugkeren moest hij nog ergens een kip kopen die voor onze neus geslacht werd, op ons nuchtere maag jawel. Gelukkig heb ik mij vlug genoeg afgewend! Daarna nog een uur in ons bed gekropen, en dan mijn blog afgewerkt.
Voila, hierbij dus weer genoeg geschreven.
Indien er mensen mijn blogberichten te lang vinden, tja, ik doe hier zodanig veel indrukken op en beleef hier zo veel, dat het eigenlijk niet korter kan. Het lezen van deze blog is uiteraard niet verplicht...

Heel veel dikke zoenen en knuffels